Interview deel 2: Albert Hollander, CEO Stoffenmanager®
In oktober was het precies 20 jaar geleden dat Stoffenmanager® de tool, werd gelanceerd. Samen met Albert Hollander, CEO, keken we toen terug op 20 jaar Stoffenmanager®. We bespraken de start van Stoffenmanager®, de bijzondere momenten en wat we in de toekomst nog kunnen verwachten. Lees het eerste deel van het interview hier. In dit tweede deel van het interview gaat Albert dieper in op de successen, de uitdagingen en hoe Stoffenmanager® zich beweegt in de altijd veranderde markt.
Mijlpalen
In het eerste deel van het interview deelde je dat je de start van Stoffenmanager® in 2003 als één van de meest bijzondere momenten ziet. Zijn er andere mijlpalen die belangrijk zijn geweest voor Stoffenmanager®?
‘De start van Stoffenmanager® staat inderdaad boven aan, maar er zijn uiteraard andere hele mooie hoogtepunten geweest in de afgelopen 20 jaar. De lancering van Stoffenmanager® versie 3.0 op 1 oktober 2007, was het moment dat we Stoffenmanager® voor het eerst hadden gevalideerd en er dus een kwantitatieve uitkomst was. Hierop volgde de acceptatie door de Arbeidsinspectie en een Europese acceptatie door ECHA als onderdeel van REACH. Dit was voor ons de bevestiging dat we écht een goed product ontwikkeld hadden.
De registratie van de merknaam Stoffenmanager® in 2011 was voor ons dan ook de kers op de taart. Vanaf toen mochten we het ® teken dragen. Hiermee hebben we ons nationaal en internationaal kunnen onderscheiden als de ‘enige echte’ Stoffenmanager®.
Een paar jaar later richtten we Cosanta B.V. op. Het Ministerie zocht namelijk naar een partij die de tool wilde onderhouden en uitbouwen. De ontwikkelaars TNO en Arbo Unie hadden dit in eerste instantie opgepakt, maar in 2014 werd Cosanta B.V. opgericht. Wij namen toen het onderhoud en de ontwikkeling op ons en zijn sindsdien dan ook de eigenaar van alle Stoffenmanager® rechten.
Om nog een hoogtepunt uit te lichten, een paar jaar geleden vierden we het 10-jarige bestaan van de GESTIS-Stoffenmanager®. Dat was een bijzonder moment. Eén van de eerste samenwerkingen was met IFA, het Institut für Arbeitsschutz der Deutschen Gesetzlichen Unfallversicherung. Samen met IFA hebben we de Duitse versie opgezet, de GESTIS-Stoffenmanager®. IFA is ook een belangrijke onderzoekspartner geworden. We werken nu bijvoorbeeld samen aan de ontwikkeling van nieuwe modellen voor respirabel stof.’
Markt en technologieën
Hoe heeft Stoffenmanager® zich in de jaren weten aan te passen aan de markt en technologieën?
‘Stoffenmanager® ontwikkelt zich langs verschillende dimensies. Zo zijn daar de wettelijk kaders. Zodra hier iets verandert, past Stoffenmanager® deze direct toe. Denk hierbij aan wijzigingen in grenswaarden, CMR-lijsten en recentelijk onze eigen Stoffenmanager® Allergenenlijst. Onze belangrijkste input komt van onze klanten. Via de helpdesk, klantbezoeken en andere wegen zijn we met hen in contact om te ontdekken wat hun wensen zijn en waar ze tegenaan lopen.
Ook blijven we ons verdiepen in de laatste ontwikkelingen op het gebied van digitale veiligheid. We zijn tenslotte in de basis een onlineapplicatie. Dit betekent dat security hoog op onze lijst staat. We kijken regelmatig met onafhankelijke deskundigen naar onze huidige security en welke technologieën voor een nog betere veiligheid kunnen zorgen.
Daarnaast is ons Researchteam actief in het wetenschappelijke domein van HSE (Health, Safety & Environment). Een goed voorbeeld hiervan is de toenemende belangstelling voor biologische agentia. Corona heeft ons laten zien hoe belangrijk het is dat we hier aandacht voor hebben. Wij delen dit inzicht en zagen het maatschappelijk belang om hierin te investeren. De afgelopen jaren zijn we daar druk mee geweest en in de toekomst voegen we de biologische agentia module toe aan Stoffenmanager®.'
Uitdagingen
Ontwikkelingen in de markt komen uiteraard ook met de nodige uitdaging. Wat zijn de grootste uitdagingen waarmee Stoffenmanager® momenteel wordt geconfronteerd?
'Ons vertrekpunt is dat elk bedrijf de mogelijkheid moet hebben om zelf de competenties in handen te krijgen om op een eenvoudige manier een gezonde en veilige werkplekken te realiseren. En om hiermee te voldoen aan wet- en regelgeving. Echter, de ervaring leert dat er 3 oorzaken zijn waarom de naleving van de regelgeving hapert.
Ten eerste, de uitwisseling van productgegevens. Productgegevens worden in de keten doorgegeven via een VIB (Veiligheidsinformatieblad), wat een wettelijke verplichting is. Dit gebeurt vaak via een pdf-file, waarbij de verantwoordelijke voor het gevaarlijke stoffenbeleid handmatig de gegevens overtypt in Stoffenmanager®. Ik vraag me dan af, waarom voeren we allemaal constant dezelfde data handmatig in, wanneer het gezamenlijk ook sneller, beter en goedkoper kan? We stellen al enige tijd een gratis XML-format beschikbaar voor iedereen die dat wil gebruiken. Wanneer er meerdere bedrijven in de keten hetzelfde format gebruikt, kan het handmatig invoeren van VIB's tot het verleden behoren. Interessant toch? Veel bedrijven vinden dat ook wel, maar toch merken we dat iedereen een beetje op elkaar zit te wachten. Onze uitdaging is die groep “early adaptors” te vinden die het aandurft om samen met ons het in de praktijk te brengen.' Neem contact met ons op als u hieraan wilt bijdragen.
'Ten tweede zijn daar de grenswaarden. De blootstellingsschattingen worden vergeleken met grenswaarden. Het zoeken, vinden en up-to-date houden van grenswaarden is tijdrovend en kost onnodig geld. We ondersteunen hierbij onze gebruikers al, maar dat kan én moet nog beter.
Tot slot onze belangrijkste uitdaging, het bevorderen van de competentie van de klant. We proberen alles eenvoudig te houden, maar de naleving van de regelgeving vraagt nu eenmaal om minimale kennis van gevaarlijke stoffen. We merken vaak dat die niet voldoende is. Momenteel zetten we al veel in, zoals trainingen, informatie op onze website en e-learnings, maar we voelen ons verantwoordelijk om hier nog een stap in te zetten. Uiteindelijk is ons doel het bieden van de juiste tools en kennis, zodat bedrijven zelf de competenties in de vingers krijgen om gezonde en veilige werkplekken te realiseren. En dit laatste willen we graag samendoen met onze partners in het veld.’